Wat gebeurt er met mijn schuld bij een onderneming? Zoals een ziekenhuis, winkel of school.
De tijdslijn van een schuld bij een onderneming:
Factuur/rekening
Gratis herinnering
De eerste herinnering is gratis. Je krijgt nu minstens 14 dagen de tijd om te betalen.
Herinnering of aanmaning (met schadebeding)
Je krijgt opnieuw een herinnering of aanmaning. Dit kan gestuurd worden via brief, mail, sms of telefoon. De schuldeiser mag dit zelf kiezen.
Nu kunnen er extra kosten worden gevraagd: nalatigheidsintresten en een schadevergoeding. Dit is het 'schadebeding'. Let op! Dit moet ook vermeld staan in de algemene voorwaarden van de onderneming.
Volgens de wet mag het schadebeding niet hoger zijn dan deze bedragen:
- Is de schuld lager dan € 150? €20
- Is de schuld tussen €150 en €500? €30 (vermeerderd met 10% van het bedrag tussen €150 en €500)
- Is de schuld hoger dan €500? €65 (vermeerderd met 5% van het bedrag, hoger dan €500)
- Het schadebeding mag maximaal €2000 zijn bij een schuld hoger dan €500.
Ingebrekestelling
De schuldeiser kan kiezen om een invorderaar in te schakelen. Dit is een advocaat, een deurwaarder of een incassobureau. De invorderaar zal dan een brief sturen om je te laten betalen, dat is de ingebrekestelling.
De invordering stopt voor een tijdje als je nu een afbetalingsplan vraagt, hulp vraagt bij een dienst schuldbemiddeling of start met collectieve schuldenregeling.
Herinnering of aanmaning
Na 14 dagen krijg je nog herinneringen of aanmaningen. Als je niet akkoord bent met de schuld, kan je die betwisten. Dan wordt de invordering voor een tijdje gestopt.
Let op! Heb je al veel extra kosten betaald? Tijdens minnelijke invordering mag er in totaal niet meer gevraagd worden dan deze bedragen (ook niet door een incassokantoor, advocaat of deurwaarder):
- Is de schuld lager dan € 150? €20
- Is de schuld tussen €150 en €500? €30 (vermeerderd met 10% van het bedrag tussen €150 en €500)
- Is de schuld hoger dan €500? €65 (vermeerderd met 5% van het bedrag, hoger dan €500)
- Het schadebeding mag maximaal €2000 zijn bij een schuld hoger dan €500.
Dagvaarding of verzoekschrift
Een dagvaarding wordt aan jou gegeven door een gerechtsdeurwaarder.
Een verzoekschrift krijg je via de griffie van de rechtbank.
Een dagvaarding of verzoekschrift is een uitnodiging om naar de rechtbank te komen. Dat is de zitting. Je schuldeiser gaat in de rechtbank vragen dat je moet betalen.
Een dagvaarding kost tussen de €150 en de €250.
Als je snel reageert op de dagvaarding of het verzoekschrift, kan de schuldeiser de zitting annuleren. Zo kan je de extra procedurekosten vermijden.
Zitting
Op de dagvaarding staat geschreven wanneer je naar welke rechtbank moet komen. Dat is de zitting.
Je kan daar alleen naar toe of met een advocaat. Als je niet aanwezig bent, kan de rechter toch nog een vonnis vellen. Dit noemt men een vonnis bij verstek.
Als je aanwezig bent, kan je bij de rechter:
- betalingsuitstel vragen;
- een afbetalingsplan vragen;
- de schuld betwisten als je niet akkoord bent.
Vonnis
Betekening van het vonnis
Dit betekent dat een gerechtsdeurwaarder aan jou het vonnis officieel bekend maakt. Hij stuurt het op met een aangetekende zending of hij komt het bij jou thuis brengen.
De betekening van het vonnis kost tussen de €150 en €250.
Ben je niet akkoord met het vonnis? Je hebt nu 30 dagen om in beroep te gaan.
Bevel tot betalen
Het bevel tot betalen wordt vaak gegeven met de betekening van het vonnis. Dit is ook de allerlaatste aanmaning van de gerechtsdeurwaarder.
Als je nu niet betaalt of tot een akkoord komt met je schuldeiser, kan de gerechtsdeurwaarder na één dag al een beslag leggen.
Het bevel tot betalen kost tussen €150 en €250.
Verzet of beroep
Als je niet akkoord gaat met het vonnis kan je in verzet of beroep gaan. Dit moet wel binnen 30 dagen na de betekening van het vonnis.
Als je in verzet of beroep wil gaan, zoek je best zo snel mogelijk juridische bijstand.
Beslag
Als je niet betaalt of reageert, kan de gerechtsdeurwaarder beslag leggen.
Er zijn verschillende soorten beslag. De schuldeiser en de deurwaarder zullen zelf kiezen uit:
- beslag op onroerende goederen bv. huis
- beslag op bankrekening bv. zicht- en spaarrekening,...
- beslag op inkomsten bv. loon, uitkering, vakantiegeld,...
- tot een bepaald bedrag
- niet op leefloon of groeipakket
- beslag op roerende goederen bv. auto, meubels,...
- eerst komt de deurwaarder alles opschrijven
- niet alle meubels
Een deel van je inkomen of de opbrengst van de verkoop van je spullen, gaan dan naar de gerechtsdeurwaarder of schuldeiser.
Afhankelijk van het soort beslag, komt er minstens €150 bij. Beslag op roerende goederen kost veel meer, want ook de verhuisdienst en de verkoop moeten betaald worden.